Een belangrijke vraag bij het formuleren van beleid is vaak: ‘wat gaat dat kosten?’ En zodra het antwoord op die vraag gevonden is, volgt de vraag: ‘wat besparen we als we hier en daar een lagere kwaliteit aanhouden?’ Dit soort vragen kunnen alleen beantwoord worden als er instrumenten zijn die een relatie leggen tussen kwaliteit en de kosten. Ons normkostenmodel is zo’n instrument.
Normkosten worden opgesteld om een indicatie te kunnen geven van de totale kosten van het onderhoud van een beheertype als groen of wegen in een gemeente. Bij het opstellen van normkosten gaan we uit van werkpakketten met de meest voorkomende maatregelen voor een bepaald beheertype. Er worden IMAG normen gebruikt om tot een tijdsindicatie van de werkzaamheden te komen. Met marktconforme uurtarieven (GWW/Archidat) voor mens, machine en materiaal worden vervolgens de normprijzen berekend. Als de arealen per beheertype bekend zijn, zijn de benodigde kosten voor het onderhoud eenvoudig te berekenen.
De normprijzen zijn niet zomaar vergelijkbaar met inschrijfprijzen van een aannemer. De normprijzen zijn de theoretische prijzen gebaseerd op het daadwerkelijke werk. Een vergelijking van prijzen kan alleen plaatsvinden als de onderliggende werkpakketten per beheergroep in detail worden vergeleken. Het kan zijn dat de aannemer zijn tarieven op activiteiten aanpast om met een goede prijs te kunnen komen, dat kan een vertekend beeld geven. Normkosten zijn wel heel geschikt om de impact van beleidsbeslissingen zichtbaar te maken en om scenario’s op te stellen.
Gemeenten die met ons beheerpakket gisib werken, kunnen een kostenconfiguratie laten uitwerken die ingelezen kan worden in gisib. Het is dan mogelijk om snel per beheergebied de onderhoudskosten in beeld te krijgen. Ook de impact van wijzigingen in het onderhoudsniveau op de beheerkosten kunnen dan snel inzichtelijk worden gemaakt.